uitleen gereedschap
Wij lenen kosteloos gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) uit aan Flevolandse vrijwilligersgroepen die kleinschalig groenbeheer uitvoeren. In Lelystad is onze werkschuur gevestigd. Ons basisgereedschap bestaat uit handgereedschap waaronder handzagen, harken, scheppen, spaden en snoeischaren. Bij het lenen van gereedschap ontvang je, de benodigde PBM’s (Persoonlijke Beschermingsmiddelen) en een EHBO-doos. Daarnaast ontvang je bij het ophalen informatie of instructie over het gebruik van het gereedschap.
Vrijwilligers die de cursus “maaien met de zeis” hebben gevolgd kunnen ook een zeis lenen.
Als tegenpresentatie voor het lenen van gereedschappen, vragen wij de werkresultaten van de werkgroep aan te leveren. Deze gegevens worden gebruikt om het belang van het groene vrijwilligerswerk onder de aandacht te houden.
Uitleenregels
Wij verwachten dat er zorgvuldig en deskundig met de gereedschappen wordt omgegaan, daarom de onderstaande spelregels:
1. Gereedschap dient met zorg en deskundigheid te worden gebruikt;
2. Instructies t.b.v. het gebruik van gereedschap dienen te worden gevolgd;
3. Het gereedschap dient schoon en droog te worden geleverd.
Wilt u gereedschap lenen, dan kunt u contact opnemen met Petra Borsch op het telefoonnummer 0320 294939
gezond en veilig werken
Werken in het landschap brengt risico’s met zich mee. Aandacht voor veilig werken is daarom belangrijk. Wij informeren vrijwilligersgroepen graag over de verplichtingen ten aanzien van gezond en veilig werken.
Alles staat nu ook eenvoudig uitgelegd in de Leer je groen: Vrijwilligers en de Arbowet.
Wettelijke verplichtingen veilig werken/ Arbobesluit
Vrijwilligers vallen niet direct onder de Arbowet (geen formele werkgever-werknemerrelatie). Echter treedt bij ernstige risico’s artikel 9.5a Arbobesluit (uitwerking van de Arbowet) in werking. Hierin staat dat vrijwilligers beschermd dienen te worden als zij aan gevaren blootstaan. In dit Arbobesluit staat ook beschreven aan welke verplichtingen moet worden voldaan om op een verantwoorde en veilige manier te werken.
Ernstige risico’s kunnen in ieder geval optreden bij:
- Werken met gemotoriseerd gereedschap en machines.
- Werken met biologische agentia (o.a. eikenprocessierups, teken, berenklauw).
- Werken met gevaarlijke stoffen.
- En alles wat je verder als risicovol inschat:
- Werken op hoogte, met scherp gereedschap, hout op spanning etc.
- Werken met relatief onervaren, jonge, oude, eigenwijze vrijwilligers.
- Terreinomstandigheden aan de waterkant/weg.
- Aandacht voor gezond & veilig werken is daarom absoluut nodig voor werken in het groen voor alle vrijwilligersgroepen. En tenslotte zijn wij zuinig op jullie!
Wie is verantwoordelijk?
De wettelijke verantwoordelijkheid voor veilige en gezonde werkomstandigheden van vrijwilligers ligt in principe “bij diegene bij wie de vrijwilliger werkzaam is”. Dit is bijvoorbeeld een grote natuurorganisatie, maar kan ook een georganiseerde groep vrijwilligers zijn. In het Arbobesluit worden de zelfstandige vrijwilligers (groepen) of vriendengroepen die vrijwilligerswerk verrichten niet als zodanig benoemd, terwijl dit in het landschapsbeheer wel vaak voorkomt.
Gezagsverhouding en aansturing van de werkzaamheden is daarbij een belangrijke toewijzingsfactor. Het is belangrijk om de verantwoordelijkheid te delen onder meerdere coördinatoren waardoor je met elkaar kunt overleggen. En de informatie te delen met de groep.
werkdag
Organisatoren en begeleiders van de werkdag bespreken voorafgaand met de groep wie de werkdaginstructie geeft. Je kan er voor kiezen te rouleren zodat iedereen een keer aan de beurt komt. Vanzelfsprekend is die instructie uitgebreider voor een groep kinderen of onervaren helpers dan voor de vaste groep ervaren vrijwilligers.
Toezicht houden
De rol van toezichthouder moet voor de werkdag begint belegd zijn. Ook hier kan je kiezen voor roulatie binnen de groep. De toezichthouder moet het overzicht houden. Dit kan betekenen dat hij/zij niet of nauwelijks meewerkt. Taken van een toezichthouder: kijk of iedereen voldoende afstand van elkaar houdt, spreek iemand aan die roekeloos werkt of de verplichte PBM’s niet gebruikt, etc. Meer aandachtspunten van de toezichthouder staan in het eerder vermelde draaiboek van een werkdag.
Aansprakelijkheid
Na een ongewenste situatie, bijvoorbeeld een ongeval met zwaar letsel, zal de aansprakelijkheidstelling uiteindelijk vastgesteld worden. Dan is het bepalend wie er in de betreffende situatie verantwoordelijk is en welke inspanningen verricht zijn waardoor de ongewenste situatie mogelijk te voorkomen was. Dit kan de Inspectie SZW (voorheen arbeidsinspectie) doen, of bij een (civiele) rechtszaak een rechter. Je verlaagt de kans op aansprakelijkheidstelling enorm door alles vooraf goed te regelen en vast te leggen. Een ongeluk kan uiteindelijk altijd gebeuren, belangrijk is dat je er alles aan hebt gedaan om het te voorkomen!