Maart
Begin maart komen de eerste hommelkoninginnen alweer te voorschijn. In het najaar hebben de meeste werksterhommels de eerste nachtvorst niet overleefd. Hommelkoninginnen zijn toen juist volgegeten weggekropen en komen nu in het voorjaar weer tevoorschijn. Het weer bepaalt wanneer: de temperatuur, maar vooral als er weer bloemen zijn. Ze gaan in maart op zoek naar een geschikte plek voor hun nest.
De hommelkoningin heeft als voedsel stuifmeel en nectar nodig om eind maart de eerste eitjes te kunnen leggen. U kunt de hommelkoningin helpen met typische “hommelplanten” met stevige bloemen zoals vingerhoedskruid, salie, wilde marjolein, munt, kattenkruid, petunia, viooltjes, lupine, smeerwortel, longkruid, dovenetel en helmkruid. Hommels hebben een voorkeur voor planten met witte, lila, paarse of blauwe bloemen.
Of maak een hommelnestkast in uw tuin.
Hommels zijn goede bestuivers van allerlei planten en fruitbomen. In kassen worden ze speciaal gekweekt om tomaten en paprika’s te bestuiven. Het zijn dus ook voor de mens nuttige dieren! Laat ze daarom rustig hun gang gaan.
Aardhommel
Boomhommel
Koekoekshommel
April
In Flevoland vliegen 17 soorten zandbijen. De vrouwtjes hebben lange haren aan hun achterpoten, waartussen ze stuifmeel verzamelen. Alle zandbijen graven hun nesten in de bodem, afhankelijk van de soort ligt dit nest op 5 tot 60 cm diepte. Een nest kan bestaan uit een eenvoudig tunneltje met daarin enkele nestcellen, of uit een tunnel met diverse zijtakken. Elke nestcel wordt bevoorraad met een klompje stuifmeel, waarop het vrouwtje een ei legt, waarna ze de nestcel afsluit. Veel soorten zandbijen zijn gespecialiseerd in het verzamelen van stuifmeel van bepaalde bloemen.
Grijze zandbij
Vosje
Roodgatje
Mei
Wespbijen zijn parasitaire bijen; het zijn nl. koekoeksbijen. Zij probeert haar eitjes te leggen in het nest (broedcel) van een andere soort bij. De larve van de wespbij doodt bij uitkomst de larve of het ei van de gastheer en doet zich vervolgens tegoed aan de voedselvoorraad.
Wespbijen
De rosse metselbij zorgt juist heel goed voor haar nakomelingen, die ze veilig met voldoende voedsel opsluit in kleine kamertjes.
Rosse metselbij
Juni
Maskerbijen zijn kleine (4-9 mm), kale, glimmend zwarte bijtjes met hier en daar wat geel. Kenmerkend zijn de gele vlekjes aan de voorzijde van de kop: het 'masker'. Bij mannetjes is dit vaak één grote gele vlek die de hele breedte tussen de ogen inneemt. Bij vrouwtjes zijn het meestal twee kleine losse vlekjes. Er komen in Nederland 25 soorten voor. Ze kunnen snel verward worden met vliegjes of graafwespjes.
In tegenstelling tot veel andere bijen hebben maskerbijen geen speciale haren om stuifmeel mee te vervoeren. Zij verzamelen wel stuifmeel, maar vervoeren dit in hun 'krop': een inwendig soort keelzakje voor tijdelijke opslag.
Gewone maskerbij
Behangersbijen zijn echte zomerbijen. Ze bekleden hun nestgangen met bladstukjes waardoor er een kokertje ontstaat. Hierin deponeren ze in een mengsel van stuifmeel en nectar een ei. Als je rozen in de tuin hebt kan het gebeuren dat een stukje van een blad ontbreekt. Geen slordig weggehapt hoekje maar een perfect uitgesneden rond of langwerpig stukje. Hier is een behangersbij aan het werk.
Behangersbijen
Augustus
Groefbij
Sluipwespen zijn bekend omdat ze eieren in of op andere insecten te leggen. Deze slanke insecten met lange antennes vormen ongeveer een kwart van alle insecten die in Nederland voorkomen.