Weidevogels zijn typisch voor Nederland. Kievit, grutto, tureluur en scholekster zijn wel de bekendste soorten. Ieder voorjaar laten ze zich nadrukkelijk zien boven de velden met hun prachtige baltsvluchten. Ook in Flevoland komen ze voor, echter in lagere dichtheden dan in de veenweidegebieden van Nederland.
De vogelstand op het platteland neemt zienderogen af. Minder bloemen in of langs de rand van de wei (én in de berm) zorgt ervoor dat het aantal insecten sterk terugloopt. Dus is er steeds minder voedsel te vinden voor veel vogels in het buitengebied. De grootschalige en intensieve landbouw, ruim vertegenwoordigd in Flevoland, maakt het leven van vogels door hun manier van bedrijfsvoering moeilijk. Desondanks zijn er veel boeren die de vogels een warm hart toe dragen.
Flevoland bestaat overwegend uit akkerland en daar broeden de weidevogels veelvuldig. Op plekken langs de dijken waar hoge kweldruk voorkomt zijn de hoogste dichtheden te vinden. Omdat veel vogels op nog onbewerkt bouwland gaan broeden, lopen nesten gevaar vernield te worden bij de agrarische voorjaarswerkzaamheden. Vrijwilligers zoeken in het voorjaar nesten op en markeren deze. De markeringen maken het de boer mogelijk rekening met de nesten te houden. Door om een nest heen te maaien, of op bouwland een nest te verplaatsen krijgen weidevogels in Flevoland een eerlijke kans om te broeden.
Kievit
De kievit is een van de meest kenmerkende (weide-)vogelsoorten van ons land en van Flevoland. Buiten het broedseizoen zie je vaak grotere groepen kieviten boven de weilanden en akkers vliegen. In maart begint het broedseizoen. Veel nesten bevinden zich op percelen die dan nog bewerkt moeten worden. Vrijwilligers zoeken de nesten en leggen de eieren in een mandje. Daardoor kan de boer bij bewerkingen op het land het nest in één keer optillen en eenvoudig verplaatsen. De kievit kan daarna weer veilig verder broeden.
Grutto
De grutto, onze nationale vogel, is een oer-Hollandse weidevogel. Nog wel. Want de natuurwaarden van het agrarisch land staan zwaar onder druk. Zeker ook in Flevoland. Het aantal grutto’s dat in Flevoland nog een nest succesvol groot krijgt, daalt dramatisch. Alleen waar het boerenbedrijf nog ruimte laat voor natuur, daar gedijt de grutto. Zo is hij de ambassadeur van agrarisch land waar productie en natuur in balans zijn.
Scholekster
De scholekster lijkt te verdwijnen uit Flevoland. Er lijkt geen duidelijke oorzaak te zijn voor de afname. De scholekster heeft namelijk weinig last van de activiteiten van boeren omdat de vogel pas wat later in het seizoen, vanaf april tot juli de eieren uitbroedt. Meestal broedt de scholekster op akkerland, maar ook op grasland worden wel nesten aangetroffen. Ook worden nesten gemaakt op met grind bedekte platte daken van (hoge) gebouwen, waar geen gevaar dreigt van grondpredatoren als vos en hermelijn.
weidevogelvrijwilligers
Zelf weidevogels helpen?“Met name weidevogels spreken nog altijd tot de verbeelding, boeren en loonwerkers gaan daar in de broedfase toch nog erg zuinig mee om” vertelt Jan Nagel . “Een nestje wordt ‘koste wat kost’ gespaard tijdens de werkzaamheden. Daar hoef je boeren niet echt voor te motiveren, dat vinden de meesten heel normaal. En gelukkig maar!
Alleen is het vinden van deze weidevogelnesten niet iets waar boeren heel goed in zijn. Daarom is het mooi om te zien dat er veel vrijwilligers zijn die boeren daarbij helpen. Deze vrijwilligers zoeken de nesten, de boeren sparen ze vervolgens bij bewerkingen op het land".
Vrijwilligers gezocht
"Maar we kunnen nog wel wat mensen gebruiken die deze nesten in het voorjaar kunnen opsporen” roept Jan op. “Je moet hiervoor wel goed ter been zijn, want je loopt in het voorjaar over ruw bouwland. En van eind maart tot begin juni moet je tijd hebben om een paar keer per week op pad te gaan om de weidevogels een handje te helpen. Als het je leuk lijkt om je steentje bij te dragen en je in dit ‘profiel’ past, dan ben je van harte welkom op de cursus weidevogelbescherming".