De oeverzwaluw is een bijzondere vogel. Terwijl zijn neefjes huiszwaluw en boerenzwaluw jaarlijks terugkeren naar hun vaste stek onder dakbeschot, brug of in boerenschuur en daar een nestkommetje bouwen van klei, pakt de oeverzwaluw het heel anders aan. Het is een echte pionier, die van nature zijn nest maakt langs steile zandoevers van (meanderende) rivieren. Omdat dergelijke wanden na een aantal jaren meestal weer verdwijnen en op een andere plaats verschijnen, is de oeverzwaluw heel flexibel ingesteld en graaft jaarlijks een nieuwe nestgang uit in vers zand. Door de locatie in een steile wand, al dan niet boven water, en de wel een meter diepe nestgang, zijn eieren en jongen redelijk veilig voor predatoren.
Tot zover de theorie. In de praktijk heeft het adaptievermogen van de oeverzwaluw ertoe geleid dat hij, ondanks de afwezigheid van meanderende rivieren, toch een goede plek kan vinden in het door mensenhanden gevormde landschap. Ook wij creëren namelijk prachtige steile zandwanden: zanddepots, heuvels met (bouw)zand en afgravingen zijn een eldorado voor deze vogels. Als ze eind maart terugkeren uit West-Afrika hebben ze deze nieuwe plekken al heel snel gevonden en gekoloniseerd. Filmpje
Onderhoud door vrijwilligers
In februari en maart gaan we elke woensdagmiddag met een groep vrijwilligers op pad voor onderhoud aan een aantal grote wanden. De wanden moeten jaarlijks worden opgevuld met rivierzand, willen ze in trek blijven. Als pionier zoekt de oeverzwaluw een plaats met vers zand. En indien nodig wordt de aanvliegroute voor de wand vrijgemaakt van begroeiing. Dat dit erg bevredigend en succesvol is, blijkt uit de broedresultaten.