Interview met Geert Santhuizen

Wat is je naam en functie als (erfgoed)vrijwilliger?
Mijn naam is Geert Santhuizen en ik ben betrokken geweest bij het archiefonderzoek naar de herkomst van de dampalen en toebehoren in (vnl.) de Noordoostpolder. De dampalen zijn de oorspronkelijk witte palen die bij de toegang van het erf van veel boerderijen staan of stonden.
Hoe ben je begonnen met deze werkzaamheden, waar heb je ervan gehoord?
In diverse kranten en in de nieuwsbrief van Landschapsbeheer stond een oproep voor vrijwilligers die langs de weg in de Noordoostpolder de nog aanwezige dampalen, schamppalen en sluitbomen wilden inventariseren. Maar omdat ik in Almere woon en aan mijn knieën werd geopereerd was het geen optie om hier aan mee te werken. Toen er echter een nieuwe oproep in de nieuwsbrief werd gedaan, ditmaal voor iemand die archiefonderzoek wilde doen was mijn interesse gewekt. Dat kun je namelijk prima zittend en vanachter je computer doen en omdat ik inmiddels weer mocht lopen/autorijden zou een bezoek aan een archief ook geen probleem zijn.
Wat trok je er zo in aan dat je besloot het te gaan doen?
Tegenwoordig ben ik IVN-gids en organiseer ik groepswandelingen. Voor ‘De Ontdekking van Flevoland’ ben ik veelvuldig op zoek naar historische feiten en verhalen m.b.t. onze provincie. Het liefst verhalen die niet algemeen bekend zijn. Het feit dat er onderzoek werd gedaan naar de palen waar ik in mijn jeugd veelvuldig was langs gefietst triggerde mijn nieuwsgierigheid. Blijkbaar viel er iets te ontdekken. Daarnaast speelde het feit dat ik geboren en getogen ben in de Noordoostelijke Polder ook wel een rol.
Maar hoe begin je een zoektocht naar een onderwerp waarvan je beroepsmatig geen verstand hebt en waarover wel veel vragen zijn maar geen antwoorden, wel veel aannames trouwens. In je eentje achter de laptop worden de koffiepot en Google je beste vriend.



De belangrijkste aanname was dat de firma Schokbeton, bekend van de schuren, ook wel de fabrikant/leverancier van de betonnen dampalen zou zijn. Maar vele websites, oude filmpjes en stoffige catalogi verder had ik nog steeds geen spoor van de dampalen gevonden. Ook bij voormalige werknemers van de firma Schokbeton deed het onderwerp geen belletje rinkelen.
Ondanks dat enkele kenners van boerderijen in de Noordoostpolder bleven volhouden dat de palen wel van de firma Schokbeton afkomstig moesten zijn ging ik daar zelf aan twijfelen.
Dan maar eens gezocht via de opdrachtgever, namelijk De Directie van de Wieringermeer. Veel van de stukken die betrekking hebben op de Noordoostpolder zijn te vinden in het Flevolands Archief te Lelystad. Het begon veelbelovend met een (digitale) map waarin stukken m.b.t. erfafscheidingen zouden moeten zitten. De map was echter leeg. Helaas was het niet meer te achterhalen of er oorspronkelijk wel stukken in hebben gezeten omdat het papieren archief na de digitalisering is vernietigd.

Op het moment dat het oorspronkelijke enthousiasme wat begon weg te ebben vond ik in het Flevolands Archief de originele ‘bouw’-tekeningen van de dampalen. Eindelijk had ik iets tastbaars gevonden. Maar ook deze tekeningen geen enkele verwijzing naar de fabrikant.
Ook de archieven van de diverse betonfabrikanten waar De Directie mee heeft gewerkt leverden niets op.
Tot slot ging ik maar ‘plaatjes kijken’ in het Nationaal Archief, hier zijn veel foto’s te vinden van de verschillende bouwstadia van de boerderijen in een pas drooggevallen polder. Foto’s van boerderijen met hekken, van boerderijen met en zonder dampalen. En foto’s van boerderijen die al af zijn maar waar de pas afgeleverde dampalen nog in de berm liggen. Dat laatste sterkte mij in m’n overtuiging dat de firma Schokbeton niet de fabrikant van de dampalen is geweest. Want waarom zou je complete schuren in één keer afleveren op de plaats van bestemming en dan als alles af is nog eens langskomen met een paar palen. Dat leek mij in de naoorlogse jaren waarbij erg op de kosten werd gelet nogal onlogisch.


Inmiddels naderde de deadline voor het onderzoek. Ondanks de gevonden bouwtekeningen en wat bijvangsten over detailverschillen in de palen en wat algemene info over damhekken was het resultaat toch wat teleurstellend.
Maar dat je nooit moet wanhopen bleek wel toen om ‘vijf voor twaalf’ de telefoon ging. Het was een van de kenners welke ik in een eerder stadium had gesproken. Meneer had op een verjaardag een kennis gesproken en die werkte bij Hop Prefab in Baarn en de kennis wist te vertellen dat daar de dampalen zijn gemaakt. Zo kreeg het onderzoek toch nog een happy end.
Wat is je tip voor mensen die ook vrijwilligerswerk rondom erfgoed willen doen, maar nog twijfelen, bijvoorbeeld omdat ze voelen dat ze er te weinig kennis van hebben?
Wat ik heb geleerd van dit onderzoek is dat je je niet moet laten weerhouden door het feit dat je zelf vind dat je er te weinig kennis of kunde voor hebt. Als je enthousiast bent en bereid om er tijd in te investeren dan kom je samen met de hulp van anderen verder dan je van te voren had gedacht. En dan maakt het niet uit of je archiefonderzoek gaat doen, weidevogels gaat tellen of broeihopen voor ringslangen maakt. Samen kom je verder!

